Colleges

College 1 : Uitleg en uitvoering van het arrangement stapelbouw.

College 2 (klik op "college 2" om powerpoint presentaties te downloaden)

College 3 (klik op "college 3" om powerpoint presentaties te downloaden)

College 4 (klik op "college 4" om powerpoint presentaties te downloaden)

College 5 (klik op "college 5" om powerpoint presentaties te downloaden)

Opdracht 1:
 

Materiaaleigenschappen kunnen gevonden worden bij fabrikanten van bouw materialen:

 

Hieronder heb ik een scan weergegeven van een vragenlijst die uitgedeeld is tijdens het college.

We mochten de gevraagde eigenschappen van de gegeven materialen opzoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2:

Bereken van de Behaagelijksfactor:

Te=                    Buiten temperatuur:                    -9°c

Ti=                     Binnen temperatuur:                  22°c

Ti; wand opp=    Temperatuur van de spouwmuur    ??     
                         aan de binnenzijde van het gebouw

0,65=                F-factor deze mag nooit groter zijn dan 0,65 anders is het kan op tocht.

Formule:

Ti wand opp - Te
                                        >0,65
Ti            -     Te

 

Ti wand opp -  -9°c
                                        >0,65
22°c       -        -9°c

 

Ti wand opp - -9°c
                                        >0,65
         31°c
Ti wand opp - -9°c            >0,65
                                        X
         31°c                           1

Ti wand oppervlakte:        -9°cx1  =     0,65x31°c

Ti wand oppervlakte:        --9°c    =    20,15°c

Ti wand oppervlakte:                   =    20,15°c -9°c

Ti wand oppervlakte:                   =    11,15°c

Opdracht 3:

Berekening van de nagalmtijd:

T =    Nagalmtijd in seconden

V =    Volumen van de ruimte in m³

A=    Aanwezige geluidsabsoptie in m²

1                V
T=            x   
6                A

Gevraagd:

bereken de nagalm tijd bij een frequentie van 800Hz

Gegeven:

Afmeting ruimte:         5x5x3

V=    75m³

Om de geluidsabsorptie te bepalen heb je ook een formule nodig:

A=    Aanwezige geluidsabsoptie in m²

S=    Oppervlakte van de constructie onderdelen (wanden vloeren plafonds)

a=    absorptie coëfficiënt van het materiaal

Formule

A= (a1xS1) + (a2xS2) + (a3xS3) + (a4xS4) + (a5cS5) enz

1:

Geplakte linoleum vloer

a= 0,05

S= 25m²

2:

Ramen
a= 0,02

S= 18

3:

Pleisterwerk

a= 0,02

S= 42m²

4:

Houtwol cement platen 5cm dik
a= 0,70

S= 25m²

Berekening:

A= (0,05x25) + (0,02x18) + (0,02x42) + (0,7x25)

A= 19,95m² o.r.

 

1                  75
T=            x   
6               19,95

 

1                 
T=            x   3,75939
6
 
T= 0.626 Seconden

Opdracht 4:

Casus les 4; Een gevel in drie metselverbanden:

Na het behandelen van een aantal metselverbanden mochten we de onderstaande case uitwerken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onze ontworpen gevels in drie verschillende metselverbanden staan o.a. hieronder weergegeven, maar

het is ook is het mogelijk om via de onderstaande link onze uitgevoerde opdracht te downlaoden.

Wanneer je gevraagd wordt of je het bestand wil openen of opslaan, kun je het beste voor opslaan kiezen.

3 Ontworpen Gevels in 3 Metselverbanden (AutoCAD 2004 bestand)

Hoewel de posities en maten van de gevelopeningen in onze ontworpen gevel enigszins afwijken van

wat gangbaar is, zijn deze toch aan de hand van het voorbeeld op schaal ingetekend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 5:

Kenmerken van metselstenen:

Vandaag mochten we de onderstaande onderwerpen zien uitzoeken.

 

Hoe worden stenen gevormd:

Stenen kunnen op de volgende wijze worden gevormd:

   -   Met de hand.                        (Wordt niet meer toegepast in verband met tijdsgebrek.)

   -   Machinale handvormsteen.

   -   Machinale vormbaksteen.

   -   Strengperssteen.

 

Typische kenmerken van een machinale handvormsteen:

Deze steen is te herkennen aan de plooien en groeven op het oppervlak van de steen.

Deze plooien en groeven zijn door de speciale manier van vormen zijn ontstaan.

Behalve aan de onregelmatige nerven is de handvormsteen te herkennen aan

de vijf bezande kanten en één onbezande, afgestreken, vlakke zijde.

Deze steen wordt toegepast voor buitengevels en schoonmetselwerk binnen.

 

Typische kenmerken van een machinale bakvormsteen:

Deze met de zogenaamde vormbakmachine gevormde steen bezit ook vijf bezande kanten,

maar mist de grillige nerven van de laatstgenoemde. Soms is hier opzettelijk een nerf

op aangebracht.

Met de vormbakmachine wordt een groot percentage van alle metselbakstenen gevormd.

De steen is vrij strak van vorm. Eén platte zijde vertoont soms de afdruk van

de oplegplanken of oplegroosters. De vormbaksteen vindt vooral toepassing in buiten-gevels.

 

Typische kenmerken van een machinale strengperssteen:

Deze steen is zeer kantig en strak van vorm. Op beide platte zijden van deze machinaal gevormde

steen zijn min of meer gebogen lijntjes te zien.

De strengperssteen wordt ook bezand geleverd, maar de zeer strakke vorm en de genoemde

kenmerken zullen de herkenning t.o.v. de andere steensoorten vergemakkelijken.

Het bezanden d.m.v. een zandblaasapperaat aan het eind van de persmond, beperkt zich tot

de beide koppen en één strek. Door achter het mondstuk van de pers een aantal geprofileerde

rollen aan te brengen is men tevens in staat om een generfde steen te produceren, zogenaamde

‘boomschors’.

Strengpersstenen worden onderscheiden in stenen zonder perforatiesen en stenen met perforaties.

Wanneer de holle ruimte van de steen kleiner is dan 15% van de platte oppervlak zullen de

sterkte eigenschappen, de waterdichtheid, de warmte- en geluidsisolatie in het algemeen

niet merkbaar afwijken van de massieve steensoorten.

 

Typische kenmerken van een machinale stempelperssteen:

De klei wordt machinaal in stalen vormen geperst waardoor een strakke steen ontstaat.

Deze steen is te herkennen aan een fabrieksstempel die in de steen is gedrukt.

Voor een zeer harde en dichte steen (vuurvaste stenen) kan een vormbaksteen of strengperssteen

ook nageperst worden door een stempelpers.

 

De wijze van vormen heeft invloed op de poriënstructuur:

 

Bakken:

Bij zacht gebakken stenen ontstaan doorlopende capillairen (buisjes).

Bij hard gebakken stenen gaan de kleideeltjes met een laag smeltpunt vloeien

waardoor de capillairen dichtslibben.

 

Gemengd of geperst:

 

 

Klei is opgebouwd uit hele kleine plaatjes.

Bij plastisch vervormbare klei bevindt zich om deze plaatjes

een dun laagje water.

Plaatjesstructuur

gemengde klei

 

 

Wordt deze klei onder druk vervormd tot stenen, dan zullen

deze plaatjes zich in een bepaalde richting (dwars op de drukrichting)

gaan schikken.

Plaatjesstructuur

geperste klei

 

 Invloed van de poriën:

 

De wijze van vormen heeft bij baksteen dus invloed op

de richting van de poriën.

De porierichting zelf heeft op zijn beurt weer invloed op:

   -   muurbevuiling;

   -   vorstgevoeligheid;

   -   capillaire opzuiging;

   -   kwetsbaarheid van voegwerk;

   -   verfaanhechting.

 

  Antwoorden op het benoemen van de vijf gegeven monsters in de les:

 

A = gipssteen

B = betonsteen

C = kalkzandsteen

D = porisosteen

E = metselbaksteen

 

Antwoorden op het benoemen van de vijf gegeven monsters in de les

naar hun wijze van vormen:

 

F  = vormbak steen

G = stempelpers steen

H = strengpers steen

I   = stempelpers steen

Opdracht 6:

Lagenmaat van de te beoordelen muur achterhalen:

Om de oorspronkelijke lagenmaat te achterhalen, hebben we de volgende metingen uitgevoerd:

 

Meting 1:   10 lagen op knie hoogte rechts   in de gevel = 62,4 mm, de lagen maat is dus 6,24 mm.

Meting 2:   10 lagen op knie hoogte midden in de gevel = 62,4 mm, de lagen maat is dus 6,24 mm.

Meting 3:   10 lagen op knie hoogte links      in de gevel = 62,5 mm, de lagen maat is dus 6,25 mm.

 

Meting 4:   10 lagen op oog hoogte rechts   in de gevel = 62,5 mm, de lagen maat is dus 6,25 mm.

Meting 5:   10 lagen op oog hoogte midden in de gevel = 62,9 mm, de lagen maat is dus 6,29 mm.

Meting 6:   10 lagen op oog hoogte links      in de gevel = 63,0 mm, de lagen maat is dus 6,30 mm.

 

Wanneer je alle lagenmaten opgeteld en deelt door de 6 metingen, dan kom je

op een gemiddelde lagenmaat van 6,26 mm.

 

Zoals je een beetje kunt aflezen zijn de lintvoegen in het linker in deel van de gevel iets groter als

de lintvoegen het rechter deel van de gevel.

Dit kan betekenen dat de rechts meer cement in de metselspecie heeft gezeten tijdens het metselen

van de gevel. Cement heeft namelijk de eigenschap dat het krimpt wanneer het zijn binding aan gaat

met de metselbakstenen.

Doordat de specie krimpt, kunnen er vervormingen en spanningsvelden in het metselwerk ontstaan.

Het gevolg daarvan kan scheurvorming zijn ter plaatse van de zwakste punten in het metselwerk.

 

Een mogelijke scheur die hierdoor is ontstaan hebben we hier onder weergegeven.

Het een scheur die gesitueerd is in het midden van de gevel. Dat kan betekenen dat er ergens

recht onder deze scheur het knikpunt ligt tussen; de “normale lintvoegen” in het linker geveldeel, en de

“door-grotere-aanwezigheid-van-cement-gekrompen-lintvoegen” in het rechter geveldeel.

 

Van metselwerk is bekend dat het alleen maar drukkrachten kan opnemen. De scheur is dus

hoogstwaarschijnlijk ontstaan door trekkrachten dat het metselwerk niet op heeft kunnen nemen

(zie het ingetekende krachtenspel).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook voldoet deze scheur aan de criteria dat hij is ontstaan in een zwak punt in de gevel.

Hij is namelijk ontstaan in een punt met de laagste hoogte van het metselwerk.

 

Wij adviseren in deze situatie om alsnog een dilatatie toe te passen, zodat deze scheur

zich in een nette rechte lijn naar de onderzijde van de gevel verder kan ontwikkelen.

 

Gevelschade rapportage:

In het bovenstaande stond al één schadegeval beschreven dat uit onze inspectie naar voren is gekomen.

Hier onder volgen nog enkele andere schadegevallen die tijdens onze inspectie naar voren zijn gekomen.

 

 

Algengroei:

Zoals op de onderstaande afbeelding is te zien, vindt er algengroei midden op de gevel plaats.

Deze algengroei heeft een langgerekte vorm. Het is duidelijk dat dit een aftekening is van vocht dat langs

de muur afloopt/drupt.

De oorzaak voor het druppen van vocht tegen de gevel is volgens ons te zoeken bij de bovenliggende dakplaat.

Deze eindigt precies boven de plaats waar de algengroei begint.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De algen verstoppen de poriën in de stenen. Daardoor kunnen de stenen niet goed meer “ademen”, en zal

de hoeveelheid aan vocht in de constructie gaan toenemen. Op deze manier wordt de algengroei alleen maar erger.

 

Om de bron aan te pakken, adviseren in deze situatie om een overstek toe te passen. Op deze manier

wordt voorkomen dat hemelwater, afkomstig van het dak, vanaf één geconcentreerd punt op de dakrand

tegen de muur aan kan waaien. In dit hemelwater zitten namelijk sporen van de algengroei dat waarschijnlijk

op het dak is ontstaan.

Vervolgens zal er een behandeling met een algen dodend middel en reiniging van het oppervlak

uitgevoerd moeten worden.

Om tenslotte te voorkomen dat eventuele nieuwe algensporen een goede voedingsbodem kunnen vinden, moet

een essentiële voorwaarde voor algengroei weggehaald worden, namelijk vocht. Dit kunnen we realiseren door

openstootvoegen toe te passen. Dankzij deze openstootvoegen kan de gevel beter zijn vocht weg ventileren.

 

Vorstschade:

Ook zijn we nog vorstschade tegengekomen. Deze schade was lichtelijk terug te vinden ter plaatse van

de hoeken van de gevel. Hieronder hebben we een afbeelding geplaatst van een duidelijker geval

van vorstschade in de geïnspecteerde gevel.

 

 

 

 

 

 

Doorlopende scheur ter plaatse van een muuropening:

Zoals je kunt zien op de onderstaande afbeelding, heeft deze scheur zich ontwikkeld ter plaatse van

een zwak punt in de gevel, namelijk de muuropening voor het raam. Als je jezelf daarbij bedenkt

dat deze gevel zuidelijk georiënteerd is, waardoor deze gevel tot s’middags door de zon beschenen wordt,

dan zou je wel eens bij de conclusie kunnen komen dat het hier gaat om een schadegeval als gevolg van

thermische lengte veranderingen (uitzetten en krimpen).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verband:

Ten slotte willen we nog iets opmerken over het verband van deze gevel.

Het verband waaruit deze gevel is opgebouwd betreft “wildverband” of “vrijverband”.

Bij dit verband is het gebruikelijk dat men ter plaatse van hoeken of gevelopeningen,

van onder naar boven gezien, het volgende verbandt; drieklezoor – kop – drieklezoor.

 

 

 

 

 

 

 

In deze gevel is consequent

dezelfde fout gemaakt.

Men heeft namelijk bij elke gevelopening

met een combinatie van

driekleroren en strekken gewerkt

(zie de afbeelding hiernaast).

 

 

 

 

 

Ook hebben we nog twee keer een

andere fout gevonden in het metselverband.

Zoals je kunt zien bij de gevelopening

die hiernaast is weergegeven, wordt er

zelfs, van onder naar boven gezien, het

volgende verband aangehouden;

drieklezoor – kop – drieklezoor – strek.

En tenslotte de laatste fout in het verband, deze

kun je ook zien op de afbeelding hiernaast.

Let maar eens op de drie koppen

links onderin de gevelopening.